Het voor-en nageslacht van Sytse “Poep”.




Zijn overgrootouders waren:


Ysk-Sytsesz.-Sytema, geboren in 1767 te Warten en overleden op 24-11-1848 te Goanjehuzen,

Trouwde op 17-08-1788 te Grou met:

Trijntje-Sybesdr.-Blijstra, geboren 1769 te Aldeboarn en overleden op 28-07-1827 te Goanjehuzen.  Dochter van Sybe-Aukesz. Blijstra en Berber-Jelles.


Zij waren boer op  “Sytebuorren” pleats Nr. 58. Hier boerde eerst zijn schoonvader Sybe-Aukesz. –Blijstra. In 1811 neemt hij de naam “Syt(t)ema” aan, voor hem en zijn 8 kinderen.



Zijn grootouders waren:



Het derde kind van Ysk en Trijntje was een ”Sytse-Yskesz-Sytema”, geboren te Grou, in mei 1793. Dit volgens een akte van Bekendheid.( De juiste datum is niet bekend, want zijn ouders waren van doopsgezinde religie en lieten daarom hun kinderen niet dopen)


Sytse- Yskesz.-Sytema, later boer op “De Borgh” te Grou,  trouwde op 02-11-1815 te Grou met:

Nieske-Tjeerdsdr.-Deelstra,  geboren te Grou, in september 1795; dochter van Tjeerd-Pietersz.- Deelstra en Antje-Jiskesdr.- Roorda., boer op pleats nr. 26 te Grou.


Zij kregen 6 kinderen, waarvan er 2 stuks jong overleden zijn. Het vierde kind van hun was:


Jisk-Sytsesz-Sytema, geboren te Grou, op 03-12-1823.

Hij trouwde te Grou op 24-01-1849 met:

Antje-Boerke, geboren op 03-12-1823 te Grou, zij was een “onecht kind “ van Antje-Douwesdr.-Boerke.


Dit waren de ouders van Sytse “Poep”.



Deze Jisk was een  kleurrijk figuur. Eerst was hij boerenknecht en later schipper.Hij was vrij van de Nationale Militie, dit wegens “ vertoonde  gebreken”. Na de dood van zijn vrouw Antje  op 14-02-1855 te Grou, is hij gaan varen op de “grote vaart”. En wel als “kok-matroos”. Hij is 4 keer naar Java geweest en 1 keer naar China. Op zijn laatste reis, op het Nederlandsche Fregatschip “Pieter” van Rotterdam naar Batavia, is hij onderweg overleden en aan de golven ten prijs gegeven.




Het extract uit het Register van Overledenen:

“Op den vijfden November een duizend acht honderd en een en zestig des morgens ten acht uren, zeilende op zestien graden Zuiderbreedte en vier en tachtig graden Oosterlengte, aan boord is overleden “Jisk-Sytses-Syttema”.



Van deze periode zijn verschillende akten en getuigschriften bewaard gebleven. Hieruit blijkt dat hij voer als “kok-matroos”. 

Hieronder volgt een afschrift van afrekening uit die tijd:



Berekening van J.S.Syttema, gediend als kok op het Nederlandsche Barkschip “Jacob”, kapitein J.F.C. Borger, aangemonsterd te Amsterdam op 30 Augustus 1859 tegen Hfl. 34,00 per maand, op eigen verzoek ontslagen den 18 Augustus 1860; beloopt alzoo “Elf maanden en 18 dagen” bedraagt totaal Hfl. 394,40.



Augutus-30: Bij aanmonstering twee maanden gage op hand ontvangen 68,00


September: Aan sjouwerloon wegens desertie van boord van

 Amsterdam tot Nieuwe Diep 15,00


Januari-22: Aan contant te Batavia 5,25

Maart-4: Aan contant te Soerabaja 10,50

Maart-18: Aan contant te Soerabaja 3,15

April-8: Aan contant te Soerabaja 10,50

Mei-16: Aan contant te Soerabaja 10,50

Juni-17: Aan contant te Macassar 5,25

Juni-28: Aan contant te Macassar 2,10

Augustus-2: Aan het arresteren en aan boord brengen, wegens desertie van

boord, zonder verlof. 15,75

Augustus-2: Aan” koelie-loon”, wegens desertie van boord 1,00



Op mindering ontvangen - Hfl.147,00


Volgens deze berekening  Coupelerende  Saldo Hfl.247,40

Veertig dagen op zicht, aan de Heeren A.F. Ebeling & Co te Rotterdam


Soerabaja de 18 Augustus 1860, Gezagvoerder van het Ned. Barkschip “Jacob”, 

J.F.C. Borger ( handtekening).


Met deze afrekening is door de kok J.S. Sytema geen genoegen genomen

Soerabaja, 20 Augustus 1860.









Zowel Jisk als Antje zijn jong overleden. Jisk is 34 jaar geworden en Antje slechts 31 jaar.

Zij hebben 3 kinderen gekregen: 

Sytse-Jiskesz., geboren 02-08-1849

Albertus-Jiskesz., geboren 07-08-1851

Anne-Jikesz., geboren 06-04-1854




Na de dood van Antje op 14-02-1855, bleef Jisk met 3 kleine kinderen achter. In 1857 is Jisk vertrokken naar de Oost. Zijn kinderen bleven achter bij Jan-Klazesz.-Boerke.



In de Armvoogdij rekening van 1858 valt te lezen:

“Betaald aan Jan-Klazesz.-Boerke te Grouw, kostgeld voor 3 kinders van Jisk-Sytsesz-Sytema.”

22 weken van Hfl.3,50 en 30 weken van Hfl.3,00   Saamt: Hfl. 167,00



Na de dood van Jisk , claimde de Armvoogdij te Grouw een bedrag van Hfl. 368,85 voor gemaakte kosten, bij de maatschappij waarbij Jisk had gevaren.

Dit bedrag werd door de maatschappij voldaan.



Op 09 Maart 1863 komt Albertus te overlijden. Dat hij ziek was, blijkt ook uit de Armvoogdij rekeningen:” Betaald aan Dokter Sjoerd Wartena te Grouw  Hfl.3,10 voor geneeskundige diensten t.b.v. kind Jisk Sytema.”



In 1863 wordt het kostgeld aan Jan-Klazesz-Boerke als volgt uitbetaald:

13 weken van Hfl.3,50 en 39 weken van Hfl. 2,40 Saamt: Hfl.139,10


Er werd dus Hfl.1,10 per week geminderd na de dood van Albertus.




Alleen Sytse “Poep” overleefde van de drie kinderen, want Anne stierf ook op jonge leeftijd..


Sytse werd schippers- knecht bij Jan-Arnoldus-Boom en Jeltje-Berendsdr.-Wever, schippers te Rottevalle. Sytse had zijn oog laten vallen op “Geertje-Jansdr.-Boom” dochter van de schipper.







Op 05-06-1878 zijn Sytse en Geertje getrouwd te Grou.

Uit dit huwelijk werden 4 kinderen geboren:


1. Jan-Sytsesz. Geb.05-07-1879 te Leeuwarden. Deze Jan erfde de bijnaam van zijn vader en werd dan ook steevast Jan “Poep”genoemd..Hij is overleden in Leeuwarden op 09-12-1962 om 22.00 uur en 45 min.


Antje-Sytsesdr. Geb. 17-04-1881 te Grou

Jeltje-Sytsesdr.  Geb.23-05-1885 te Oostermeer

Trijntje-Sytsesdr. Geb. 27-02-1890 te Oostermeer. Overleden: 28-01-1891 te Haulerwijk.




In 1911 geeft Sytse “Poep” opdracht aan Berend-Tjeerdsz.-Roorda te Drachten op “De Piip”, om een nieuw tjalkschip te bouwen. Dit wordt dan ” De Jonge Jan”; genoemd naar zijn zoon.

Uit het werfboek blijkt: Begonnen op 18 april 1911 en afgeleverd op 03 augustus 1911

Afmeting: 56x12 ½ voet of 15,85 x 3,54 meter.

Prijs Hfl. 1.000,00  toe op het oude schip (Dat werd weer verkocht aan Bauke de Vries uit Oudega voor Hfl. 825,00 toe op zijn oude houten schip.)





De verhalen van Sytse- en Jan “Poep” zijn veelvuldig op papier gezet. Onder meer door Lieuwe Pietersen  en later door Hylke Speerstra.

Voor uitslagen van het Skûtsjesilen kan ik verwijzen naar het boekje van Gosse Blom.


Tot slot :  Het skûtsje “De Jonge Jan”is nog steeds in de vaart. Het is nu eigendom van Langweerder” Stichting Donia” met als schipper Anne Tjerkstra.

Afmeting van het skûtsje zijn nu: Lengte 19,50 x breedte 3,50 meter.


Helaas is Jan “Poep” vrijgezel gebleven en daardoor is deze “Sytema” tak afgestorven; dat is jammer, want het waren kleurrijke figuren, die in alle omstandigheden zichzelf bleven.




Bewerkt door: Ype Sytema, Tsjettelhûs 7, 9001 DC –Grou. d.d. 28-06-2002