Genealogie van het Geslacht SYT(T)EMA uit Grou,
geschreven door  Ir.  K.Terpstra, Veenwouden 1992.

De Naam SYTEMA.
De naam Sytema komt voor 1811 in ons geslacht niet voor. In het algemeen waren familienamen op het platte land voor 1811 een zeldzaamheid.
In 1749 had maar 17,4 %  van de Friese families een achternaam. In Leeuwarden waren de meeste mensen met een achternaam .n.l. 61,8 %, in de andere steden 21,9 % , echter op het platte land maar 7,5% . In 1811 werd bij Franse Wet bepaald dat een ieder een achternaam diende te voeren.
De gebroeders Jisk-Sytsesz en Auke-Sytsesz, zonen van Sytse Nammensz te Warten, kozen voor de naam SYTEMA. Zij woonden beide op een boerderij
“Sytema ” op Syteburen.

De  boerderijen “Sytema”
Jisk woonde op boerderij Nr.58, groot 60,5 pondemaat. Deze boerderij werd midden 18e eeuw bewoont door de douariere van Camstra. In 1783 was Sybe Aukesz ( de schoonvader van Jisk Sytema), de gebruiker. In dat jaar werden enkele duizenden elzen en wilgen, staande aan het vaarwater bij de boerderij verkocht.
Auke woonde op boerderij Nr. 57, groot 50 pondemaat. In 1728 woonde hier Hendrik Hendriksz en in 1748 zijn zoon Jelle Hendriksz. Deze had toen al zijn vee verloren door de veepest. In 1766 was Jelle veenbaas op Syteburen en verkocht daar een “deftige watermolen, groot 54 voet”
Zijn dochter Ybeltje trouwde later met Auke Sytema.